Het is dit jaar 75 jaar geleden dat aan de Alblasserdamse Van Eesterensingel 28 woningen gebouwd werden ten behoeve van de Stichting Pelita. De Minister van Wederopbouw kwam speciaal voor de oplevering van de Pelita-woningen naar het Damdorp.
Stichting Pelita hielp slachtoffers van de oorlog met Japan, die terug kwamen naar Holland en vaak helemaal berooid waren. Het deel van de Van Eesterensingel waar deze woningen stonden werd later ook wel de ‘Indische buurt’ genoemd.
Pelita
Direct na het einde van de Tweede Wereldoorlog start de stroom van landgenoten die uit het verre Oosten terugkeren in Nederland. Na veel ellende en verschrikkingen in de Indische concentratiekampen keren ze berooid van have en goed terug naar Holland. De eerste gerepatrieerden krijgen hulp van velen maar na ongeveer een jaar verslapt de belangstelling. Gelukkig zijn er enkele stichtingen opgericht, waaronder “Pelita” en “Nederland helpt Indië”, die zich blijven inzetten voor opvang en verzorging van de gerepatrieerden. De Stichting Pelita (Pelita betekent lampje, dat men ’s avonds in Indonesië in alle dessa’s tegen de bergen en in de dalen kan aantreffen. Het wijst de eenzame wandelaar de weg[1]) doet haar best om op allerlei plaatsen woningen te realiseren voor deze landgenoten.
Ook in onze streek tracht men een plek te vinden voor woningen. Het initiatief daartoe werd genomen door de heer F. Hofstede, directeur van het vroegere D.B.V.O. (=het Districts Bureau Verzorging Oorlogsslachtoffers). Hij is geen onbekende in onze streek want hij verrichtte veel hulpverleningswerk in Dordrecht tijdens de hongerwinter.
In Alblasserdam blijkt het gemeentebestuur bereid om medewerking te verlenen. In augustus 1948 besluit de gemeenteraad van Alblasserdam dan ook om grond aan te kopen van A. de Jager. De gemeente verkoopt dat terrein daarna door aan de Stichting Pelita, die het plan heeft om daar 28 woningen te bouwen.[2]
De grond kost 15 gulden per vierkante meter. De verkoop van de grond aan de Stichting Pelita levert de gemeente 80.325 gulden op.[3]
Enkele Sliedrechtse architecten, G. de Kluiver en J.M. Groeneveld, ontwerpen de woningen en na een vlot verlopen aanbesteding gaat de eerste paal al snel de grond in. De bouw van de woningen aan de Van Eesterensingel is gegund aan de firma A. van der Aa uit Hardinxveld.
Op het moment dat de raad de grondtransacties goedkeurt, is de bouw al begonnen. [4]
Problemen
De voortschrijdende woningbouw in Alblasserdam stelt flinke eisen aan het bouwrijp maken van terreinen. Er worden rond deze tijd in het dorp veel woningen gebouwd (of ze staan gepland) t.b.v. Kabelfabriek en Werf De Noord. De aanleg van straten, singels, riolering, elektriciteit, waterleiding etc. vindt vaak tegelijkertijd met de woningbouw plaats.
Daarnaast blijkt het niet gemakkelijk om straatklinkers te kopen en geleverd te krijgen. Gelukkig wist de gemeente Alblasserdam van een gunstig ogenblik te profiteren door aankoop van 275.000 klinkers, waarvan een gedeelte gebruikt kan worden voor aanleg van straten ten oosten van een nieuw aan te leggen plantsoen. Voor dit plantsoen wordt grond gebruikt die beschikbaar komt door het graven van singels. [5]
Overdracht eerste sleutel
Voor de feestelijke overdracht van de eerste huissleutel komt de minister van wederopbouw, mr. J. in ’t Veld, naar Alblasserdam. Op vrijdag 27 mei 1949 om 11 uur arriveert hij bij de Cornelis Vroege-stichting. Daar hebben zich dan al diverse genodigden verzameld, waaronder natuurlijk het college van burgemeester en wethouders.
Burgemeester Looij opent de bijeenkomst en vertelt in het kort de geschiedenis van het huizencomplex aan de Van Eesterensingel. Met deze 28 woningen komt het aantal nieuwe woningen dat in Alblasserdam gebouwd is sinds de bevrijding op 352 (dat kan een prestatie genoemd worden, volgens Het Vrije Volk [6]).
Alblasserdam is de tweede plaats waar de Pelita-woningen overgedragen worden. Het huizenprogramma van de stichting heeft nog diverse projecten in aanbouw. Zo komen in Ede 8 woningen, in Den Dolder 6, in Scheveningen 18, in Utrecht 25 en in Soest 2. Met deze 28 woningen in Alblasserdam schiet het aantal dus flink omhoog. Eind 1950 hoopt de stichting in Nederland 700 woningen gereed te hebben. [7] Pelita kan dat, want de stichting, waarvan Koningin Wilhelmina beschermvrouwe is, ontving een regeringsvoorschot van 5 miljoen gulden. [8]
Een regionaal Pelita-comité is ondermeer te vinden in Dordrecht op het adres Wijnstraat 110.[9] Dit comité, dat al (morele) steun toezegde aan de nieuwe bewoners, zal worden uitgebreid met enkele Alblasserdamse leden.
In zijn toespraak vertelt minister In ‘t Veld dat in verband met de huidige woningnood een extra-contingent woningen is toegewezen aan stichting Pelita. Daarvan krijgen nu 28 gezinnen een huis. Hiermee zijn overigens niet alleen deze gezinnen blij, maar ook de in Alblasserdam gevestigde bedrijven die grote behoefte hebben aan vaklieden. Dat is dan ook de reden dat de directies van de N.V. Nederlandse Kabelfabriek en scheepswerf De Noord bij deze bijeenkomst aanwezig zijn.
Hierna overhandigt Minister In ’t Veld de eerste huissleutel aan mevrouw Mulder, een oorlogsweduwe met drie kinderen, die op Van Eesterensingel nummer 1 komt wonen. Zij representeert de gezinnen die de Pelita-woningen gaan bewonen.
Bezichtiging woningen
De eerste 8 woningen zijn hiermee overgedragen, de overige huizen volgen binnen afzienbare tijd. Na de toespraken verlaat het gezelschap de Cornelis Vroege-stichting om de woningen aan de Van Eesterensingel te bezichtigen.
Aansluitend gebruikt het gezelschap de lunch in Het Wapen van Alblasserdam. Hierbij zijn, behalve de minister en college, onder andere ook aanwezig de architecten, directieleden van de Kabelfabriek en Scheepswerf De Noord, een afgevaardigde namens de Commissaris van de Koningin, aannemer Van der Aa, gemeentearchitect Stans, gemeente-opzichter Mathijsen en de heer Geleets.
De minister vertrekt na de lunch. De overige aanwezigen bezoeken de Kabelfabriek en Werf De Noord waar de bewoners van de nieuwe huizen hun werk hebben gevonden. [10]
Bewoners:
De woningen aan de Van Eesterensingel (tussen Plantageweg en Meursingstraat) werden o.a. bewoond door:
– mevrouw Mulder (toen op nummer 1)
– familie Houwing (toen op nummer 25 – zou nu nummer 152 zijn?)
– familie Kamhuis (toen op nummer 27 – zou nu nummer 154 zijn)
– mevrouw Van Kins (toen op nummer 29)
De huisnummering van de Van Eesterensingel onderging een hernummering, waarschijnlijk toen de Hooftmanlaan ook Van Eesterensingel werd.
[1] Website delpher.nl, De Volkskrant 23 maart 1948.
[2] Beeldbank Regionaal Archief Dordrecht, De Dordtenaar 27 augustus 1948.
[3] Beeldbank Historische Vereniging West Alblasserwaard, De Klaroen 25 februari 1949, via deklaroen.hvwa.nl.
[4] Beeldbank Historische Vereniging West Alblasserwaard, De Klaroen 27 augustus 1948, via deklaroen.hvwa.nl.
[5] Beeldbank Historische Vereniging West Alblasserwaard, De Klaroen 25 februari 1949, via deklaroen.hvwa.nl.
[6] Website delpher.nl, Het Vrije Volk, 28 mei 1949.
[7] Website delpher.nl, Bredasche courant,2 3 april 1949.
[8] Website delpher.nl, De Volkskrant 23 maart 1948.
[9] Beeldbank Regionaal Archief Dordrecht, De Dordtenaar 12 januari 1949.
[10] Beeldbank Historische Vereniging West Alblasserwaard, De Klaroen 3 juni 1949.