Meerkerks burgemeester dreigt Gorcumse notaris met arrestatie

Op verzoek van de heemraden van de polders Meerkerksbroek, Blommendaal en Quakernaak vindt op 9 augustus 1813 in Meerkerk een openbare aanbesteding plaats. Blijkbaar is de Meerkerkse burgemeester Tissot van Patot het niet eens met de gang van zaken. In ieder geval geeft hij de notaris opdracht om direct na het voorlezen van de voorwaarden van de aanbesteding, het vertrek te verlaten. Als de notaris protesteert omdat de akte nog niet klaar is, dreigt de burgemeester met de inzet van zijn garde.

Aanbesteding wordt afgebroken
De Gorkumse notaris Bastiaan van Eeten leidt op verzoek van de heemraden van de drie Meerkerkse polders[1] in de herberg van Cornelis van Kooten op Meerkerk de aanbesteding. Aan de laagstbiedende wordt gegund het gaderen (of innen) van de binnenlandse lasten, inclusief het watergravegeld (de lasten van het waterschap) en de dijklasten. Deze moeten voor 1 juni 1814 betaald worden door eigenaren van land, liggende in genoemde polders.
Om 4 uur start de aanbesteding met het voorlezen van de voorwaarden.

Burgemeester in kostuum rond 1865.

Dan komt de Maire (burgemeester) van Meerkerk, de heer P.L. Tissot van Patot, binnen. Hij draagt het officiële costuum van een maire en wordt vergezeld van zijn garde champetre [soort landwacht]. Hij beveelt de notaris, de heemraden en het volk dat bijeen gekomen is voor de aanbesteding om uiteen te gaan.
Bovendien dreigt de burgemeester eventueel geweld te zullen gebruiken als de aanbesteding doorgaat… en dat alles zonder eenige opgave van redenen, aldus het procesverbaal.

De notaris wijst de burgemeester er op dat hij niet bevoegd is om hem als notaris in de uitoefening van zijn werk te storen. Maar de burgemeester is niet onder de indruk en geeft zijn garde champêtre ten overstaan van de menigte zelfs opdracht om – als de notaris verder gaat met de aanbesteding  – hem te arresteren.
De notaris voelt zich niet alleen gestoord in de uitoefening van zijn ambt, maar ook bedreigd. Bovendien belet de burgemeester hem om ter plekke procesverbaal van het voorval op te maken.
Twee gens d’armes, gestationeerd te Gorinchem, geven de notaris bevel het vertrek te verlaten, terwijl hij nog bezig is met het schrijven van een procesverbaal. Dit verbaast de notaris, want van de garde verwachtte hij juist steun. Hij zou als publiequenamptenaar hen toch juist moeten kunnen inroepen als het proces in gevaar komt.
Er rest de notaris niet veel anders dan het procesverbaal af te maken ten huize van Pieter Jongkind te Meerkerk.

Nieuwe poging op woensdag
Gelet op het verloop van deze aanbesteding besluiten de heemraden van de polders om op woensdag 11 augustus een nieuwe poging te doen. Ze delen dat ter plekke ook nog mee aan het toegestroomde volk.
In de aktes van notaris Van Eeten is die nieuwe aanbesteding ook terug te vinden – deze verloopt goed en rechtmatig. Na voorlezen van de voorwaarden van aanbesteding voor de ingaardering van de polderlasten doet Cornelis Rouwert, bouwman uit Graafland het eerste bod: 160 gulden.
Dan volgt het bod van Jacobus Drijver, een jonge smidsbaas uit Gorinchem: 150 Hollandse guldens (of 315 francs).
Na verschillende andere biedingen is het Adriaan Rouwert, bouwman te Graafland onder Groot-Ammers die 130 gulden (of 274 francs) biedt. Hij blijft daarmee de laagste bieder en krijgt het werk (het innen van de polderlasten) toegewezen. Tot borgen stelt hij Cornelis Rouwert (bouwman in Graafland) en Huig de With (bouwman in Meerkerksbroek). Die gaan daarmee akkoord waarna de notaris het procesverbaal opstelt.
Tot slot ondertekenen zij allemaal het verbaal zodat de notaris de aanbesteding toch succesvol afrondt.

De notaris besluit de gang van zaken te melden aan de Kamer van Notarissen in Gorinchem, die daarop een brief schrijft aan de Procureur Generaal.  De tekst van die brief is hieronder opgenomen.
Of de burgemeester nog uitleg gegeven heeft van de redenen van zijn ruwe optreden blijft onbekend.


[1] Voor de polder Meerkerksbroek zijn dat: Cornelis de Wit, Philip van der Ham en Abraham van Wijk, bouwlieden, verder Peter Jongkind, broodbakker, en Jacob Brakel, heemraden van de polder Bloemendaal, en Peter Baas en Teunis van Hoff, bouwlieden, als heemraden van de polder Quakernaak.

Ondertekening van de akte

Gorinchem, den 24 augustus 1813

Mijne Heer!
Ontvangen hebbende eene aanklagte van den Heer Bastiaan van Eeten, keizerlijk notaris te Gorinchem houdende dat hij in zijne voorzegde qualiteit op den negenden dezer maand voornemens was, ten verzoeke van de binnenlandsche heemraden van de polders Meerkerksbroek, Blommendaal en Quakernaak, allen onder de Maire van Meerkerk gelegen in de Herberge van den Dorpe Meerkerk en na aanslag van billetten in regtsvorm en publiek te besteden het gaderen van de polderslasten van de gemelde polders,
door den  Maire van Meerkerk in deszelfs costum geadsisteerd met zijnen garde champêtre en twee gens d’armes in de uitoefening van zijne bediening is getardeerd en geheel belet geworden al hetwelke is vervat in de missive door den gemelden notaris aan de Kamer geschreven waarvan wij de vrijheid gebruiken copie hiernevens over te leggen en ons daartoe te refereren:
Het geval, Mijn Heer de Prcureur Generaal! in de missive gemeld is van dien aard, dat de Kamer verpligt is van u te moeten adresseren en satisfactie te verzoeken voor de beledigingen aan eenen publieke amptenaar aan gedaan door eenen Maire die onder den eed van gehoorzaamheid aan de wetten staande, behoorde onderricht te zijn van de kracht  door de wetgever aan de bediening van den notaris vastgehecht, immers geene der notarissen kunnen hunne functiën vrijelijk uitoefenen als de Heeren Maires of andere perzonen het vermogen hebben om dezelve door de gewapende magt, niet alleen het uitoefenen van hunne bedieningen te beletten en verhinderen, maar hun de plaats alwaar zij bestedingen of andere actens voornemens zijn te passeren, uit te zetten.
De notarissen vermogten hunnen dienst aan niemand vergeven wanneer zij tot het instrumenteeren geroepen zijn, en dat de notaris Van Eeten tot het doen der aanbesteding geroepen, ja zelfs wettig geroepen is, blijkt uit het bevorens deponeren der verpagt condities, geen particulier veel minder een Maire is derhalve bevoegd om op eigen gezag een notaris als een publiek perzoon in de uitoefening van zijne functiën te storen,
indien dit soms door andere perzonen mogte gebeuren, zou de adsistentie van den Maire moeten ingeroepen worden.
Wij herhalen het, geen Maire vermag zich daartegens opposeren, de verschillen of de sustenues die een Maire tegens de partijen wil voeren, daartoe staat immers den gewonen weg van regten open  geen notaris mag regter over den aard der acte zijn; voor die te passeren: dit regt is hem nergens toegekent, en al wat door hem wordt verrigt, geschied ten verzoeke van de partijen –
Het is dus, Mijn Heer den Procureur Generaal! Van het uitterste belang  dat de notarissen door de daartoe bevoegde magten in het uitoefenen van hunne bedieningen beveiligd en beschermd worden –
Wij zouden, Mijn Heer den Procureur Generaal!  aan uwe kunde tekort doen, wanneer wij de regten der notarissen en de veiligheid van hunne perzonen in het brede wilden betogen, dit alles is u bekend, alleen verzoeken wij dat de belediging door den Maire van Meerkerk, aan den notaris Van Eeten, een amptenaar die wij durven verzekeren, een stil en bezadigd burger en notaris te zijn, en destijds evenals voorafwezigen of minderjarigen in functie zijnde, aangedaan, onderzogt en daarna aan denzelven behoorlijke satisfactie gegeven worde,
en dat de nodige orders mogen worden daargesteld, dat bij vervolg geen der notarissen door enige der heeren Maires of wie het ook zij, naar willekeur in de uitoefening van hunne bediening gestoord worden.
En het is in die verwagting dat wij de eer hebben te blijven
De Kamer voorn.d

Bron: Regionaal Archief Gorinchem, Notarieel Archief Gorinchem, inventarisnr. 9338.

Plattegrond van de gemeente Meerkerk in 1867 – Kuijper gemeenteatlas

Plaats een reactie